donderdag 15 december 2016 / Vrij Nederland / Illustratie: Elise van Iterson | www.elisevaniterson.eu

Waar doe ik gewetensvol mijn boodschappen?

Als bewuste consument wil je graag weten of je supermarkt een beetje deugt. ‘Het Geweten’ Evert Nieuwenhuis zoekt het uit, met drie belangrijke vragen op z’n boodschappenlijstje.

Zonder supermarkten zijn we nergens. Gemiddeld komen we er bijna drie keer per week om onze eerste levensbehoeften te kopen. Iets minder dan een kwart van alle consumentenbestedingen in Nederland gaat naar voedsel, en meer dan de helft daarvan komt terecht in de kassa’s van supermarkten. Hun macht is groot. Door de enorme volumes die supermarkten inkopen, hebben ze grote invloed op hun toe-leveranciers. De gewetensvolle consument wil natuurlijk boodschappen doen bij een goede supermarkt. Maar welke? Het Geweten legt de grootgrutters langs de meetlat.

Hoe gaan ze om met het personeel?
In de 4.300 supermarktfilialen in Nederland werken maar liefst 300.000 mensen. Supermarkten staan niet bekend als de meest zorgzame werkgevers. In distributiecentra van Lidl kwamen de veiligheid en gezondheid van werknemers in gevaar (na een rapport van FNV verbeterde de situatie) en drie jaar geleden werd Aldi door de Inspectie SZW (voorheen Arbeidsinspectie) gekapitteld: de werkdruk was te hoog en het personeel werd blootgesteld aan ‘ongewenste omgangsvormen’.

Niet alleen Duitse prijsvechters moeten beter voor hun personeel zorgen, vindt Peter van der Put, onderhandelaar supermarkten bij FNV Handel: ‘In de detailhandel hebben supermarkten de slechtste arbeidsvoorwaarden, en het verschil met andere sectoren is nóg groter.’ Door de felle concurrentie zijn supermarkten zeer gebrand op de goedkoopste vakkenvullers en caissières. Een vijftienjarige scholier verdient iets meer dan 20 euro per dag, dus waarom zouden ze oudere en dus duurdere werknemers in dienst nemen? ‘Ik zeg wel eens: bij Albert Heijn en andere supermarkten kun je op je twintigste al met pensioen. Prima als jonge mensen werkervaring opdoen, maar hun oververtegenwoordiging zet de positie van oudere werknemers zwaar onder druk. Een volwassen werknemer kan van dit loon geen gezin onderhouden.’ De situatie is het afgelopen jaar verslechterd nu in de nieuwe cao (niet ondertekend door de FNV) toeslagen voor avond- en weekenddiensten zijn afgeschaft.

Supermarkten zijn gek op flexibele contracten, en niet alleen omdat ze tot 40 procent lagere lonen kennen dan vaste. Van der Put: ‘Wij horen veel verhalen van jongeren of moeders met schoolgaande kinderen die een nul-urencontract hebben en drie dagen per week beschikbaar moeten zijn, terwijl ze maar voor één of twee dagen werk toebedeeld krijgen. Ze moeten die tijd vrijhouden, maar krijgen daar niet voor betaald.’ Bovendien zetten supers hun werknemers onder druk: ‘Wie te veel ziek is of klaagt, wordt niet opgeroepen.’

Welke supermarkt zorgt het best voor zijn personeel? Van der Put: ‘Niet één supermarkt springt eruit. Ze houden zich allemaal aan de cao, hoe karig deze ook is.’ Hoewel, er is een opvallende uitzondering: ‘Als enige supermarkt in Nederland erkent Aldi de meerwaarde van vaste, vaak oudere werknemers en betaalt hun dus beter dan tijdelijke of flexibele in de hoop dat ze bij hen blijven werken.’

Zijn ze lief voor hun leveranciers?
Toeleveranciers zuchten onder de harde inkoopeisen van supermarkten, wat tot harde confrontaties kan leiden. Nederland kent slechts vijf inkooporganisaties voor supermarkten, en als een deal met bijvoorbeeld Albert Heijn afketst, kan een fabrikant zomaar 35 procent van zijn afzetmarkt kwijtraken – voor vele merken desastreus. Supermarkten kennen hun positie en bedingen fikse kortingen, vragen geld voor de beste plaats in het schap of eisen dat leveranciers betaald in hun klantenblad adverteren. Op de internationale markt werken grote inkopers samen, wat de onderhandelingspositie van leveranciers nog zwakker maakt. Volgens Sanne van der Wal, onderzoeker bij de activistische onderzoeksorganisatie SOMO, kunnen de gevolgen van het harde inkoopbeleid groot zijn. ‘Je kunt leveranciers wel uitknijpen, maar het moet ergens vandaan komen. De kwaliteit en diversiteit van het aanbod, maar ook arbeidsomstandigheden en milieuvriendelijke bedrijfsvoering komen onder druk te staan.’ Een paar jaar geleden maakte SOMO een inventarisatie van het beleid dat supermarkten op dit gebied voeren. ‘Albert Heijn kwam er als beste uit. Maar onlangs kregen hun leveranciers weer een brief: we gaan fuseren met de Belgische keten Delhaize, dus kopen we meer in en willen we enkele procenten extra korting. Als producent heb je dan weinig aan al dat mooie beleid op papier.’

Laurens Sloot, hoogleraar aan de Rijksuniversiteit Groningen en gespecialiseerd in supermarkten, ziet weinig verschil tussen de supers. ‘Hoe groter de supermarkt, hoe harder ze het spel kunnen spelen. Albert Heijn heeft het grootste marktaandeel, dus die kan het meest van zijn toeleveranciers verlangen. Maar vergis je niet: elke keten, hoe klein ook, wil de laagst mogelijke prijs en onderhandelt zo goed mogelijk.’

Overigens ziet hij weinig kwaads in de inkoopstrategie van supermarkten. ‘Een beetje duwen en trekken hoort erbij. Uit mijn onderzoek blijkt dat de prijzenoorlog tussen supermarkten van 2003 tot 2005 nauwelijks effect heeft gehad op de winstgevendheid van fabrikanten. Deels zal dit komen doordat leveranciers zelf ook weer stevig onderhandelen met hun toeleveranciers. Zo blijft iedereen scherp op de prijs letten.’ De Nederlandse consument profiteert: hij betaalt al snel 10 procent minder voor zijn dagelijkse boodschappen dan in buurlanden.

Hoe duurzaam zijn hun producten?
Juist door hun enorme inkoopvolumes kunnen supermarkten een sleutelrol spelen in het verduurzamen van de voedselproductie van Nederland. Schaalvergroting betekent immers goedkopere producten, en dus een groter publiek. Veel supermarkten zetten gelukkig in op verduurzaming. Enkele grote ketens, waaronder Albert Heijn, bannen bijvoorbeeld de plofkip. En – ander voorbeeld – volgens brancheorganisatie Centraal Bureau voor de Levensmiddelenhandel heeft 94 procent van alle koffie en thee in supermarkten een milieu- en/of fair trade-keurmerk. Welke supermarkt biedt de beste en eerlijke waar? Op verzoek van Vrij Nederland onderzocht Questionmark het assortiment van een aantal supermarktketens.

Het onderzoek is niet alomvattend, maar geeft volgens Questionmark ‘een goede indicatie van het aanbod van duurzame producten’, temeer daar ‘gekozen is voor producten met grote duurzaamheidsproblemen’. Met andere woorden: juist met deze producten kunnen supers een verschil maken.

De resultaten van de representatieve steekproef zijn voor de gewetensvolle consument teleurstellend. Het is opvallend dat de onderzochte supermarkten blijven steken tussen een schamele 10 en 30 procent, met als enige uitzondering de biologische keten Ekoplaza. Hier vind je de resulataten van het onderzoek (en hier, in het artikel op vn.nl).

Dus…
In welke supermarkt doet de gewetensvolle consument zijn boodschappen? In een rangordening van onderzoeksorganisatie Rank a Brand, gebaseerd op zelfrapportage op 31 criteria, van assortiment en energiebesparing tot het verminderen van afval, scoort geen van de supermarkten een A.

Afgaande op de resultaten van Rank a Brand, het inkoop- en personeelsbeleid van de supers en de steekproef van Questionmark is Ekoplaza desalniettemin uw beste keuze. Albert Heijn is een matige tweede, en Plus en Jumbo krijgen een gedeelde derde plaats.
En, je zou het bijna vergeten: er zijn uiteraard nog uitstekende biologische bakkers, groenteboeren en slagers.

De beste keuze volgens Vrij Nederland

1. Ekoplaza
Heeft duurzaamheid hoog in het vaandel staan, wat terug te vinden is in het bijna volledig duurzame assortiment. Topscoorder bij Rank a Brand.

2. Albert Heijn Heeft een relatief duurzaam assortiment, maar zou nog veel beter kunnen. Berucht om zijn harde inkoopstrategieën – iets meer compassie met mens en milieu zou niet misstaan.

3. Plus / Jumbo Geven meer aandacht aan duurzaamheid dan de meeste supers, maar nog altijd te weinig duurzame producten in het schap. Net als bij andere supermarkten verdient het personeel een betere cao.