donderdag 30 maart 2017 / Zilt / Foto's: Kees Tabak

De ziel van Zilt

Ze treden niet graag op de voorgrond. Maar bij het tienjarig bestaan van Zilt vertellen de makers graag over het ontstaan van hun blad en over wat hen drijft. 

Hier kun je het artikel in Zilt lezen (gratis).

Twaalf jaar geleden drinken Ruud Kattenberg en Sjors van der Woerd een biertje in Café Sport. Dit roemruchte zeilerscafé, gelegen in de haven van Horta op de Azoren, is het begin- en eindpunt van talloze droomreizen die werkelijkheid werden. Hier heffen jaarlijks duizenden zeilers het glas op een succesvolle zeereis en een nieuwe etappe in hun leven.

Zo ook Ruud en Sjors. Ze proosten op hun zojuist voltooide transatlantische oversteek en ze mijmeren hardop over het leven terug in Nederland. Al eerder borrelde het idee op, maar die middag in Café Sport besluiten ze het te gaan doen: een nieuw zeiltijdschrift oprichten. Een tijdschrift waarin niet het nieuwste model van een Duitse of Franse werf besproken wordt, maar waarin het voelen, het ruiken, het beleven van wind en water centraal staat. Over de verhalen, de dromen en alles wat de zintuigen van zeilers doet tintelen.

Terug in Nederland gaan ze aan de slag om hun droom werkelijkheid te maken. Eerst is een papieren versie nog het uitgangspunt. Maar dan ontdekken ze een mogelijkheid die een omslag in hun denken betekent: een digitaal blad. Hun oud-collega Laurens van Zijp monstert aan en eind maart 2007 – nu exact tien jaar geleden – verschijnt het eerste nummer van Zilt.

Op een regenachtige middag in maart 2017 zitten de drie kompanen aan een Amsterdamse keukentafel. Over de Amstel glijden halflege rondvaartboten voorbij, een slepertje verplaatst een woonboot naar zijn nieuwe ligplaats. Ter gelegenheid van de tiende verjaardag van Zilt, leek het de drie oprichters aardig om voor één keer hun verhaal te vertellen. Een beetje ongemakkelijk is het wel om voor je eigen blad geïnterviewd te worden – alsof je op je eigen schip het roer uit handen geeft. Voor mij als freelancer is het even wennen om je opdrachtgevers te interviewen, zeker als zij ook journalist zijn. Maar we schudden het ongemak van ons af en steken van wal.

Waarom zijn jullie Zilt begonnen?
Ruud Kattenberg: “Een eigen blad maken was onze belangrijkste drijfveer. We werkten alle drie bij tijdschrift Zeilen. Een fantastische tijd. Er lag altijd wel een plasje zeewater onder de redactietafel.”

Sjors van der Woerd: “De sfeer die er heerste, de creativiteit en de vrijheid waren ongekend. Maar in 2005 werd het blad overgenomen. Dat betekende een andere cultuur en dus werd het tijd om te vertrekken.”

Laurens van Zijp: “Ieder ging zijn eigen weg, maar het bleef tintelen om samen een zeilblad te maken...”

Ruud Kattenberg: “Op mijn twintigste stapte ik voor het eerst op een zeilboot. ‘Gaffel- of torentuig?’, vroeg de verhuurder. Ik had geen idee, maar met dat tochtje is mijn levenslange liefde voor zeilen geboren. Ik ging steeds meer zeilen en maakte steeds langere reizen. Langzaam nestelde zich een droom in mij: een lange zeereis maken. Toen ik 40 was waagden mijn vrouw en ik de grote sprong en maakten met een Waarschip 900 een rondje Atlantic. Die reis vormt een scheidslijn in mijn leven: er is een deel voor en een deel na dat rondje Atlantic. De vrijheid die ik toen proefde, heb ik nooit kunnen vergeten. Teug naar mijn baan als opticien kon ik niet meer. Gelukkig kon ik als zeiljournalist mijn werk combineren met mijn passie. Nu zie ik helaas vaker een beeldscherm dan een boot. Maar als ik met mijn Van de Stadt IJmuiden uitzeil, voel ik nog altijd wat ik tijdens mijn allereerste zeiltochtje met dat huurbootje voelde: vrijheid...”

Hoe ging dat in het begin?
Ruud: “Een digitaal blad was nieuw; we hadden geen referentie en hebben alles met vallen en opstaan moeten ontdekken. Van meet af aan hebben we het leesgemak op het scherm voorop gesteld. Daar is de opmaak op gericht. Zilt combineert de vertrouwde structuur van een blad met de vele nieuwe mogelijkheden van digitaal. Zonder doorwrochte business plannen en marketingconcepten hebben we het eerste nummer uitgebracht.”

Laurens: “We wilden met zo min mogelijk ballast opereren en zo veel mogelijk focussen op waar het ons echt om ging: een blad maken over zeilen en zeilers. Digitaal uitgeven gaf ons de meeste vrijheid.”

Sjors: “Voorjaar 2007 was ons eerste nummer klaar. Maar daarmee hadden we nog geen lezers. We verzamelden een paar honderd e-mailadressen van onze eigen relaties, stelden een e-mail op met een link naar het eerste nummer en drukten op ‘send’. Dat aantal is gegroeid tot de huidige 24.000.”

Tijdschriften hebben het moeilijk; Zilt is gratis. Hoe breien jullie dat rond?
Ruud: “In de beginjaren hadden we nauwelijks inkomsten. Het was keihard werken. We investeerden veel tijd en geld en deden er allemaal iets bij om rond te komen. De productie van Zilt is relatief goedkoop: we hebben geen druk- en verzendkosten, geen leaseauto’s, geen managementlaag en zelfs geen kantoor. Een keer per week komen we bijeen voor de redactievergadering en verder werkt iedereen vanuit huis of ergens onderweg.”

Sjors: “Freelancers werkten in het begin belangenloos mee. Laten we ook dat niet vergeten: zonder hun spontane verhalen en die fantastische bijdragen van de lezers was het nooit gelukt.”

Sjors van der Woerd: “Op mijn dertiende ging ik naar een zeilschool op de Kaag en raakte verslingerd aan zeilen. Toen in dat jaar het boek over de eerste Whitbread Round the World Race uitkwam, was ik gefascineerd: ik moest en zou ooit ook rond de wereld zeilen. Toen ik 17 was vertrok ik met mijn zus van 15 in een Sun Spot van 4,7 meter naar Engeland. Gekkenwerk: we hadden niets anders dan een kompas als navigatie. We redden het niet, en kwamen uit in België. Een jaar later lukte het met een Friendship 22 wel. “Op mijn 25e maakte ik een afspraak met mezelf: over tien jaar ga ik die grote zeilreis maken. Alles wat ik deed stond daarvan in het teken. Na tien jaar hard werken verkocht ik mijn bedrijf, kocht een J/42 en zeilde met mijn vrouw drie jaar de wereld over. Een schitterende tijd. Eenmaal terug ben ik gaan schrijven over mijn passie: zeilen.”

En toch blijft Zilt al tien jaar drijven.
Sjors: “Langzaam keerde het tij. Apple introduceerde de iPad, waardoor digitaal lezen massaal geaccepteerd raakte. Rond die tijd stortte, in het zog van de financiële crisis, de botenmarkt in. Dat gaf ons een relatief voordeel: Zilt bleek een aantrekkelijk alternatief om in te adverteren.”

Ruud: “Ons bereik werd steeds groter, mede dankzij Zilt Meteo, het weekendweerbericht van Henk Huizinga, waarvoor steeds meer zeilers zich inschreven. Zijn wekelijkse filmpjes zijn een begrip.”

Sjors: “Ons budget is bijna sluitend, maar we kunnen er niet alle drie van leven. Ruud werkt voltijd voor Zilt, Laurens en ik in deeltijd.”

Laurens: “We werken heel nauw samen. Zonder een van ons gaat het niet.”

Ruud: “Dat is het bijzondere: we vullen elkaar perfect aan. We hebben wel eens stevige meningsverschillen, maar die gaan altijd over de inhoud, over hoe we het beste blad maken. Die bevlogenheid, iets maken precies zoals wij dat goed vinden, en dat er ook nog eens lezers zijn die dat elke maand weten te waarderen – dat vind ik heel bijzonder.”

In het voorwoord van het eerste nummer staat ‘wie zeilt, gebruikt al zijn zintuigen. Zeilen is voelen, ruiken, horen, zien en vooral beleven.’ Dat lijkt mij als lezer nog altijd de ziel van Zilt.
Sjors: “Dat is nog altijd waar Zilt om draait.”

Laurens: “Eens. Zilt draait vooral om de beleving van het zeilen. Over het gevoel van wind en water. Zowel in tekst als in beeld. Daarom houden we die verhouding zorgvuldig in de gaten.”

Ruud: “We willen inspireren en stimuleren. Als een artikel in Zilt je aanzet iets nieuws te beleven, dan hebben wij bereikt wat we willen bereiken.”

Laurens: “En waar, hoe, met wie of met wat je zeilt maakt niets uit.”

Ruud: “In het ideale Zilt-verhaal is de bestemming ondergeschikt: het gaat om het zeilen.”

Sjors: “Veel verhalen gaan over verre reizen. Prachtig, maar ik lees net zo lief over iemand die volop geniet van de Kaag en ’s nachts een zeiltje over de giek gooit om eronder te slapen. Ook dat is zeilen pur sang, en daar gaat het ons tenslotte om.”

Laurens van Zijp: “Water is de rode draad in mijn leven. Ik ben op het water geboren en getogen: op een woonark in de Oude Rijn. Mijn eerste bootje was een vlot, waarmee ik eindeloos aan- klooide. Daarmee leer je alles over stroom, drift, stabiliteit... Op mijn zesde zeilde ik voor het eerst mee in een Piraat en toen was ik verkocht. Zeilen, dat was het. Ruim tien jaar deed ik vakantiewerk op een olieboot, waardoor ik ook kennismaakte met de binnenvaart. Ik ben altijd open boten blijven zeilen. Een kajuitzeilboot heb ik nooit gehad, maar ik vaar wel mee. Ik houd van zeilen in de meest pure vorm. Laag op het water. Lekker knallen met een Laser. Of ijszeilen en strandzeilen. Surfen vind ik trouwens de aller puurste vorm van zeilen, omdat je zelf onderdeel bent van het scharnier met de wind. Van schrijven over ‘water’ en bladen maken heb ik al vroeg mijn vak gemaakt.”